Tekstvak: 1004

Aanleg

 

Nadat de Nederlandse en Duitse regering het benodigde traktaat hebben gesloten begint Regierungsbaumeister Küchler in februari 1899 met het inmeten van het tracé voor de AEE. De jaren 1900 en 1901 gebruikt men om de benodigde grond te verwerven, deels door koop, deels door onteigening.

 

De lijn loopt van Ahaus (aansluiting op de DGE lijn) naar Enschede via de haltes in Wessum (3,42 km), Averesch (6,02 km), station Astätte (7,43 km) en na 9 km de Nederlandse grens. Het eerste station in Nederland is Broekheurne na 13,51 km, dan de halte Esmarke na 18,52 km, deze heeft van 1904 t/m 1922 bestaan, daarna het station Enschede Zuid na 20,68 km. De lijn sluit daarna aan op het lokale spoor GOLS (Gelders Overijssels lokaalspoorweg Maatschappij) Enschede-Boekelo- Haaksbergen Eibergen, richting Winterswijk en Ruurlo.

De werkelijke bouw begint eindelijk op 31 juli 1901 in Ahaus en Alstätte. De enkelsporige lijn wordt volgens normen van het GOLS-spoor aangelegd en heeft een raillengte van 29.356 meter. De stalen spoorstaven van 25,6 kg/mtr zijn elk 9 meter lang en liggen telkens op 12 bielzen in een (groffe) zandbedding. Geen bedding van kiezel, zoals in het Ahauser Kreisblad staat. Dat is pas vanaf 1963 deels het geval. Langs de lijn loopt een telegraaf- en later een telefoonleiding.

In Nederland in het Getfert wordt station Enschede-Zuid naar voorbeeld van de GOLS gebouwd. In Broekheurne aan de grens komt een station met douanefaciliteiten.

 

 

Feestelijkheden op de spoorlijn

 

Van de opening van deze lijn door een feestelijk versierde eerste trein doet Dagblad Tubantia uitvoerig verslag en schrijft o.a.: De feestgenoten in vroolijke stemming lieten zich welgevallen dat verschillende fotografen o.a. de heer P. Weise alhier kiekjes namen.

 

Het is woensdag 18 februari in 1903 een zonnige winterdag. Om half tien kan het toegestroomde publiek genieten van muziek op de Goote Markt. Daarna lopen de vele wandelaars – bussen bestaan nog niet – naar het nieuwe station Enschede Zuid, waar een versiert ijzeren paard van de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij vertrekt.

Onderweg zijn groepjes belangstellenden naar het spoor gekomen, zoals ook de scholieren van de school van de heer K. van der Vegte, die even voor Broekheurne staat. Dagblad De Tijd schijft: Hoewel de trein slechts op de terugreis in Broekheurne zal stoppen zijn de bewoners uit de omtrek toch in grote getalen gekomen om getuige te zijn van het stalen stoomros, dat voor de eerste keer door hun heidevelden zal snellen, hen zal opheffen uit hun isolement en aansluiten bij de beschaafde wereld!

Bij station Alstätte zijn twee erepoorten opgericht en station Wessum is aardig en opgewekt versierd.

In Ahaus, eindpunt van de lijn, klinkt op het perron het Wilhelmus en spreekt het hoofd van het gemeentebestuur, de heer Hagedes, een welkomstwoord, waarop de burgermeester van Enschede, de heer Edo Bergsma uitvoerig antwoordt. Onder algemene hilariteit en uitbundige vrolijkheid kan het gezelschap gaan Frühschoppen. Na ook nog een tocht met muziek naar het bekende slot van Ahaus wordt de terugweg aanvaard. Na Wessum en een kort oponthoud in Alstätte maakt de trein in het grensstation Broekheurne een tussenstop. In de visitatiezaal voert de Edelachtbare Heer E. Jacobs, Burgermeester van Lonneker (Enschede en Lonneker zijn pas in 1934 samengevoegd) hier eerst het woord. Dan spreekt de meereizende Regeringspresident Von Gessler de feestgangers toe. Hij is verbaasd dat de Nederlanders tot zulke vreugdebetuigingen in staat zijn. Hij sluit daarom af met een driewerf ,,Hoch”, waarmee hij Nederland en zijn bewoners wil eren.

 

 

18 februari 1903

De openingsrit met loc HSM 299 (later 1004). (de loc is in 1917 na een ongeval gesloopt)

het zuiderspoor    enschede

5

Naar boven

Historie

Voordat de feestgangers weer instappen wordt bovenstaande foto gemaakt (fotograaf P Weise). Naast de al genoemde personen zijn o.a. ook te zien de oud-burgermeester Van der Zee, G J van Heek, de burgemeester van Lonneker Jacobs, en Commissaris van de Koningin Baron van Voorst tot Voorst.

 

Bij aankomst in Enschede verwelkomt een grote menigte aan het station de feestgangers. Voorafgegaan door de muziek trekken die vervolgens naar de Groote Sociëteit.

Daarna wordt waarschijnlijk de onderstaande foto gemaakt. Te zien is de HSM 298 met het personeel.

In de schouwburgzaal van de Sociëteit wordt vanaf 3 uur getoast, volgen diverse toespraken en kan men aansluitend van het diner genieten. Vooral een opgehangen groot doek trekt de aandacht. Het is beschilderd met drie locomotieven, die het Klompenspoor naar Ahaus, het Schaddenspoor naar Haaksbergen en het Boeskoolspoor naar Oldenzaal voor moeten stellen. Als een parodie op de snelheid van lokaalspoortreinen staat daarop ook het rijmpje ‘Alis de Tuf-Tuf nog zo snel, de Klompentrein achterhaalt haar wel’.

Na 9 uur is er in de Concertzaal nog een concert met bal.